FILATELISTENVERENIGING "DE HELMVESTE HELMOND EN OMSTREKEN"

Artikelen uit ons jongste verenigingsblad

Home
Doelstelling
Bestuur
Actueel
Jaaragenda
Rondzendingen
Nieuwtjes
Ruilbeurzen
Opleidingen
Nalatenschap
Pro-Phil
Archief 2012
Archief 2013
Archief 2014
Archief 2015
Archief 2016
Gezocht
Links
Lid worden
Activiteiten
Bijeenkomsten
Webmaster

Deze pagina bevat artikelen uit onze jongste verenigingsbladen. Overname in andere verenigingsbladen is vrij onder bronvermelding.

Nederlandse Kippenrassen
(december 2016)

Op het postzegelvel Nederlandse kippenrassen staan tien van deze rassen afgebeeld: het Twents hoen, de Lakenvelder, het Hollands kuifhoen, de Kraaikop, de Nederlandse uilebaard, het Noord-Hollands hoen, de Hollandse kriel, het Fries hoen, de Barnevelder en de Welsumer. Op elke postzegel staat wisselend links en rechts de desbetreffende kip getekend, van kam tot poot, in een eivorm.
Elke kip is afgebeeld in een karakteristieke houding, met de kop gekeerd naar de kip op de postzegel ertegenover. De achtergrond bestaat uit een detailfoto van het verendek van de desbetreffende kip: de zogeheten kleurslag die bepalend is voor de classificatie van het kippenras. De kleurslag loopt van de postzegel door op de tab ernaast. Links en rechts van de eivorm is tegen een lichte achtergrond een foto afgebeeld van een veertje van het bijbehorende kippenras.
Op de velrand naast de postzegel staat de naam van het kippenras met een beschrijving van de kleur. Voor de typografie is gebruikgemaakt van de Rockwell (Monotype/Frank Hinman Pierpont, 1934), een heldere stevige letter die werd gekozen om in diapositief goed uit te komen tegen de vaak drukke achtergrond.

Over de ontwerper
De ontwerpers Ingmar en Carla Birza van Birza Design wonen op het platteland, in het dorpje Welsum, buiten Deventer. Sinds hun verhuizing naar Welsum houden zij kippen. Het allereerste ras waarvoor zij kozen was de Welsumer, een kip die nu rechtsonder staat afgebeeld op het postzegelvel Nederlandse kippenrassen.

Niet te romantisch
In eerste instantie onderzochten Ingmar en Carla in hoeverre zij in het ontwerp gebruik konden maken van historisch materiaal, bijvoorbeeld van oude prenten van kippenrassen. Ingmar: “Maar in de bibliotheek van Artis kwamen we erachter dat de kippen die nu rondlopen na een paar eeuwen van fokken nauwelijks meer lijken op hun voorgangers die op oude gravures staan. Er zijn wel recentere afbeeldingen bekend, bijvoorbeeld van Cornelis van Gink uit de eerste helft van de 20e eeuw. Maar die tekende overgeïdealiseerde plaatjes, veel te romantische tekeningen waarop geen veertje of stipje verkeerd staat. Dat vinden we niet interessant, want zo volmaakt zie je nergens. Daarom besloten we om zelf op basis van actuele foto’s de verschillende kippenrassen te tekenen. Bijkomend voordeel is dat je precies de houding kunt kiezen die bij het ras en in het ontwerp past. Zonder dat je in herhalingen vervalt.”

Autoriteit
Vanwege het bewerkelijke en arbeidsintensieve karakter van dit soort tekeningen maakte Birza Design eerst twee voorbeelden om aan PostNL voor te leggen. “PostNL was met de aanpak akkoord, maar wilde wel zeker zijn dat we geen vergissingen zouden maken. Voor de fotografie kozen we Jan Smit, een bekende fotograaf van boerderijdieren. Jan bracht ons vervolgens in contact met Ad Boks, een autoriteit op het gebied van standaardbeschrijvingen van kippenrassen, ras tekeningen en keuringen.

Variatie
In overleg met keurmeester Ad Boks werd een longlist gemaakt van een twintigtal kippenrassen. Die lijst werd later teruggebracht tot de tien die nu op de postzegels staan. “We wilden zo veel mogelijk variatie in uiterlijk, kleur en ras”, zegt Carla. “Ook details waren van belang – denk aan de mooie kuif van het kuifhoen of de opvallende vormen van de Uilebaard. Een ander belangrijk criterium was uiteraard het Nederlandse karakter. Sommige rassen vielen af omdat daarin toch te veel invloeden van buiten zitten.”


Koninginnen van België (deel 2)
(december 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Nadat het raadsel over de twee verschillende monogrammen beschreven in deel 1 is opgelost, ben ik verder gegaan met de bestudering van de overige vier postzegels van de serie ‘Koninginnen van België’. Het leek alsof er ‘geheime tekens’ op de zegels voorkwamen. Op de 40 centimes waren de letters C.L snel duidelijk: graveur Charles Leclercqz.

De postzegel van 1 franc + 50 centimes had als afbeelding Koningin Maria-Henrica. Marie Henriëtte Anne, hertogin van Brabant, Prinses van België, aartshertogin van Oostenrijk, werd de tweede Koningin der Belgen.

   

Het monogram was correct, bestaande uit twee letters die in elkaar gevlochten zijn: MH. Rechts onder zijn de letters dV te zien. Deze staan voor graveur Jean de Vos. Ook niet zo moeilijk.

   

Dan de postzegel van 2 franc + 1 franc met een afbeelding van Koningin Elisabeth. Het monogram heeft een vreemd gevormde letter E maar is duidelijk herkenbaar.

   

De initialen van de graveur komen ook hier in het zegelbeeld voor, HD van Henri Decuyper, net boven de letter B van Belgique. Maar dan aan de rechter zijde. Daar komt een letter A voor boven de letter Ë van België. Waar die letter voor staat heb ik nog niet achterhaald. Weet u het?

   

Ook het monogram van Koningin Astrid laat niets te raden over, duidelijk.

De letters dV rechts onder het zegelbeeld staan wederom voor de graveur, Jean de Vos. Maar de letters RM boven de laatste letter E van Belgique? Waar staan die voor?

   

Als laatste de postzegel van 8 franc + 2.50 franc met een afbeelding van Koningin Fabiola. Het monogram heeft een open letter F, heel duidelijk.

   

De naam van de graveur is met de letters J.D. aangegeven: Jean De Bast. Maar dan de krabbel die onder het cijfer 8 van de waarde aanduiding voorkomt. Wat stelt die voor? Het lijkt op ‘Hoeng’ of kan iemand hierin iets anders ontdekken? Dat een serie van zes (of vijf) postzegels zoveel vragen kan opleveren


Decemberzegels 2016
(december 2016)

Met de Decemberzegels 2016 maakt PostNL het voor iedereen mogelijk een kaart te sturen in de kerst- en nieuwjaars periode aan familie, vrienden en relaties tegen een voordelig tarief. Het speciale decembertarief van € 0,65 per postzegel is dit jaar geldig van 14 november 2016 tot en met 6 januari 2017. Bij aankoop van twee velletjes krijgt de klant een set krijtstiften cadeau. Met deze uitwisbare stiften kun je kerstdecoraties maken op ramen, glazen en uiteraard op krijtborden. Bij aankoop van drie velletjes Decemberzegels krijg je er drie verschillende sjablonen bij. Hierdoor is het nog makkelijker om mooie tekeningen te maken en de kerstsfeer in huis te brengen.

Een vel Decemberzegels 2016 bevat twee keer tien postzegels en de extra Decemberzegel. De tien illustraties op de postzegels hebben het karakter van een sfeervol miniverhaaltje. Elke illustratie refereert aan de feestelijke decembermaand: een slee vol cadeautjes, een schaats op het ijs, een kristallen sneeuwbol met sneeuwpop, eekhoorns die eikeltjes verzamelen, kerstkoekjes, een kerstboom in een bakfiets, glühwein met kerstballen, champagneglazen, een vrouw met ijsmuts en sjaal op een winteravond en een platenspeler met feestelijke kerstmuziek. De kleuren op elke postzegel zijn vol en warm met een verlooptint. De sfeer op de postzegels wordt versterkt met kristalvormen die steeds een andere functie hebben – van vuurwerk tot sneeuwvlokken, van champagnebelletjes tot zelfs de glanzende spiegeling op de kerstballen en het singletje op de draaitafel. Ook het kleurgebruik heeft zijn eigen logica. Zo zitten de eekhoorns in een groene omgeving, staat de schaats op blauw ijs en is de ophaalbrug tegen het avondrood afgebeeld. De extra Decemberzegel heeft een achtergrondkleur uit hetzelfde palet als de andere postzegels. Het beeld is een foto van vijf gespreide handen die samen een ster vormen. Dit beeld staat symbool voor saamhorigheid en het verbinden van mensen en past bij de gedachte om deze postzegel te gebruiken voor een kaart naar een bijzonder persoon. Voor de typografie werd gebruikgemaakt van de moderne, ronde, vriendelijke en bescheiden Brauer van Philippe Desarzens van Elektrokosmos uit 1999/2006, een doorontwikkeling van het gelijknamige lettertype van Pierre Miedinger uit 1974.

Velletje van 21 zegels met een extra zegel voor een speciaal iemand

Technische specificaties
Zegelformaat 25,3 x 20.8 mm
Papier normaal met fosforopdruk
Gomming synthetisch
Druktechniek  offset
Oplage PostNL 4.860.000 velletjes
Oplage Trekpleister 130.000 velletjes
Oplage Kruidvat 500.000 velletjes
Drukkerij Joh. Enschedé Security Print, Haarlem
Drukkleuren postzegel geel, magenta, cyaan, zwart


Meest bizarre per post verzonden items
(november 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

In de loop der tijd zijn er vele miljoenen pakketten verstuurd waarbij van velen we nooit de inhoud zullen weten. Van sommige weten we echter dat de inhoud ervan erg eigenaardig is geweest. Hier enkele voorbeelden.

Kinderen op de post
In 1913 ging de Amerikaanse post van start met het verzenden van pakketten. Al snel gingen mensen uitproberen wat er kon worden verstuurd met deze nieuwe service. Midden januari datzelfde jaar kwam het echtpaar Jesse Neauge uit Ohio op het idee om hun zoontje naar zijn oma op de post te doen. Dit omdat het goedkoper was het kind te versturen per post, dan een treinkaartje te kopen voor hem. In totaal betaalden ze 15 cent en verzekerden ze het kind voor $50.-. Kort hierop werden meer kinderen en zelfs baby’s op de post gedaan. Het was niet zo dat deze kinderen in een doos werden gedaan, zoals je bij een pakketje zou verwachten, de kinderen werden door de postbeamte op sleeptouw genomen.

Naar aanleiding van de verhalen van de verzonden kinderen verschenen er verschillende ansichtkaarten die dit fenomeen op de hak namen. In 1915 stak USPS hier een stokje voor en het versturen van kinderen werd verboden.

Bakstenen
In 1916 besloot zakenman W. H. Coltharp een gebouw te laten bouwen in Vernal, Utah ter ere van zijn vader. De voorzijde zou dienst doen als bank. Hiervoor waren ruim 80.000 bakstenen nodig die van Salt Lake City naar Utah moesten worden vervoerd.

Het vervoeren van deze bakstenen was een kostbare aangelegenheid, maar Coltharp vond daar een handige oplossing voor. Hij ontdekte dat het vier keer goedkoper zou zijn als hij de stenen per post zou versturen. Hij liet de stenen verpakken in pakketjes van minder dan het maximaal toegestane gewicht van 23 kg. Doordat de stroom aan pakketten enorm toenam werden de lokale postmeesters licht overspannen. Uiteindelijk zijn alle verzonden bakstenen daadwerkelijk afgeleverd. Dit voorval was voor USPS wel de aanleiding om een maximaal toegestaan gewicht per persoon per dag in te stellen. Sindsdien kon men voor maximaal 90 kg. per dag aan pakketten versturen per persoon.

Slaaf naar vrijheid verstuurd
Henry “Box” Brown was een Amerikaanse slaaf uit Richmond Virginiadie, die wereldnieuws werd doordat hij zich in 1849 liet versturen per post in een houten kist. Hij werd met hulp van buitenaf op 29 maart 1849 verstuurd naar het vrije Philadelphia. De hele reis duurde 27 uur.

Levende kat
Tussen 1897 en 1953 verstuurde de postdienst in New York post met buizenpost via een ondergronds buizenstelsel.

Bij de opening van het buizenstelsel op 7 oktober 1897 werd als eerst een kunstperzik verstuurd. Vervolgens werd er ook een kat door het stelsel verzonden.

Het dier overleefde de reis en was enkel wat versuft. Er is ook een geval bekend waarbij een zieke kat via de New Yorkse buizenpost wed verstuurd naar het ziekenhuis.

25.000 zeeschildpad eieren
Op 20 april 2010 voltrok zich een grote natuurramp waarbij het olieplatform Deepwater Horizon duizenden liters olie verloor in de Golf van Mexico. Het leefgebied van oa. duizenden zeeschildpadden was hierdoor zo sterk verontreinigd dat de populatie in gevaar kwam.

Milieuorganisaties verzamelden zo’n 25.000 schildpad eieren vanuit de omgeving om per post te worden verstuurd naar Florida. Deze reddingsactie was gelukkig succesvol want er kwamen 14.000 eieren uit.


Koninginnen van België (deel 1)
(november 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Met een toeslag boven de frankeerwaarde werd op 8 december 1962 een serie postzegels uitgegeven ten behoeve van het Belgisch Nationaal Werk tot Bestrijding der Tuberculose. De serie bestond uit zes postzegels waarvan één tweemaal met dezelfde waarde en afbeelding. Dat maakte me nieuwsgierig.

   

De postzegel van 40 centimes + 10 centimes met afbeelding van Koningin Louisa-Maria kende maar één verschil, het monogram.

   

Op de eerste postzegel is het monogram de letters ML onder een kroon en bij de tweede alleen de letter L in een geheel ander lettertype aangebracht. De gouddruk waarmee het monogram (en de onderste balk met de landsnaam) waren aangebracht is zeer kwetsbaar en komt daardoor slecht over.

De afbeelding is ontleend aan een schilderij van de eerste Koningin van België vervaardigd door Franz Xaver Winterhalter, een Duitse portretschilder. Hij was hofschilder van het Belgische en Britse vorstenhuis. In de Belgische koninklijke collectie bevindt zich een 30-tal schilderijen van zijn hand. De naam van de koningin was voluit Louise Marie Thérèse Charlotte Isabelle van Orléans. De eerste twee namen werden ook wel met een koppelteken geschreven: Louise-Marie of Louiza-Maria. Daardoor is verwarring ontstaan bij de graveur van de zegel, Charles Leclercqz, die de letters ML onder de kroon plaatste. De koningin werd echter Koningin Louise der Belgen genoemd. Overigens voegde de graveur zijn eigen initialen toe aan het zegelbeeld, de letters C.L. Terug naar het monogram. Het Bestuur der Belgische Posterijen ontdekte de vergissing met de

letters ML en liet nieuwe cilinders vervaardigen voor de gouddruk. In de nieuwe oplage kwam alleen de letter L voor als monogram. De verkeerde oplage moest worden vernietigd. Maar het bijzondere postkantoor in de Koninklijke Musea van Schone Kunsten had op 8 december 1962 al 800 vellen van ieder 30 zegels van de 40 centimes met de letters ML verkocht en bij het bekend worden van het foutieve monogram bij verzamelaars werd de jacht op deze zeldzaamheid geopend. Dat was echter maar van korte duur want het Bestuur der Belgische Posterijen besloot om dan maar beide zegels in de verkoop te brengen waardoor de oorspronkelijke serie van vijf stuks met een zegel werd uitgebreid. Dat is ook te zien aan de officiële eerstedagenveloppen. Eerst waren het er twee (P.108 en P.108a) maar er werd een derde aan toegevoegd (P.108b) met alleen de postzegel van 40 centimes met het monogram ML. In elk geval was voor mij dit raadsel opgelost.


Dag van de postzegel 2016
(november 2016)

De Dag van de Postzegel is een jaarlijks terugkerend internationaal evenement dat dit jaar wordt gevierd op 14 oktober met ruilbeurzen, tentoonstellingen en andere bijzondere bijeenkomsten. PostNL besteedt dit jaar aandacht aan het evenement met de uitgifte van het postzegelvel Dag van de Postzegel 2016, geïnspireerd op de Jubileumzegels 1913. Het nieuwe velletje telt tien postzegels met het tarief Nederland 1. Ook brengt PostNL een postzegel-mapje en een prestigeboekje uit. Het prestigeboekje is het achtste uit de serie over de geschiedenis van de postzegels in Nederland.

Het postzegelvel Dag van de Postzegel 2016 is gewijd aan de Jubileumzegels 1913. Op de postzegels heeft ontwerper Ingmar Birza de vier portretten van Karel de Bazel samengevoegd, gevat in getrapte kaders die zijn afgeleid van de decoratieve omlijstingen van de oorspronkelijke Jubileumzegels 1913. Ook de gekozen kleuren karmijnrood, roodoranje, wijnrood en violet voor de vier portretten zijn dezelfde als op vier van de Jubileumzegels 1913. De maatvoering van de typografie, de kaders op de postzegels en de lijnen op de velranden van het velletje Dag van de Postzegel 2016 is door ontwerper Ingmar Birza gebaseerd op de breedte van de moderne sorteerhaak (0,7 mm).
Het lettertype op postzegels en velrand is de ITC Blair, een schreefloos font van Jim Spiece uit 1997, een verdere ontwikkeling van de Blair van Inland Type Foundry uit het begin van de twintigste eeuw. Dit panoramische lettertype, zowel de historische als de moderne versie, is alleen in kapitalen verkrijgbaar.

Getrapte kaders
Voor de door De Bazel gebruikte portretomlijstingen koos Ingmar een andere aanpak. “We wilden met respect voor het bronmateriaal er een eigen invulling aan geven. Het zijn toch postzegels van nu. Daarom zijn we gaan zoeken naar de essentie van de grafische omlijsting en dat zijn toch wel de getrapte kaders rondom ieder portret. Ook daarin zie je de achtergrond van De Bazel als architect weer terug. De trapgeveltjes komen op het nieuwe postzegelvelletje op verschillende plekken voor: bij de begrenzingen van ieder van de vier portretten, bij de lijnen rondom de vier portretten en op de velranden. De dikte van de lijnen is in alle gevallen 0,25 mm, dat geldt ook voor de waardeaanduiding 1 en voor de typografie. Deze is afgeleid van de dikte van de sorteerhaak. De sorteerhaak komt op alle hedendaagse Nederlandse postzegels voor. Juist door de beeldtaal hiervan als uitgangspunt te nemen voor de getrapte kaders, verbind je de stijl van De Bazel met het heden.”

Verwante kleuren
Door zijn aanpak is Ingmar Birza erin geslaagd van vier aparte portretten een groepsportret te maken, versterkt door de keuze van verwante tinten uit het kleurengamma van de oorspronkelijke postzegels. Ingmar: “Op die manier is het totaalbeeld ontstaan waarnaar we op zoek waren. Combinaties van sterk afwijkende tinten uit de serie, zoals blauw, groen en geel, bleken niet te werken. Ook de typografie is een hommage aan De Bazel. Hij gebruikte verschillende soorten letters, zowel met schreef als zonder. Het schreefloze font Blair op de nieuwe postzegels lijkt het meest op de breed lopende letter die De Bazel in positief gebruikte op twee van zijn jubileumzegels. Op die twee postzegels heeft hij ook letterlijk zijn stempel gedrukt, namelijk met een miniatuurmonogram waarin de letters DB zijn verwerkt. Ik kon de verleiding niet weerstaan om dat nu ook te doen, maar dan op de velrand. Gezien de initialen van ons bureau hoefde ik alleen maar het monogram te spiegelen.”


Eerste postzegel met hologram van Canada
(oktober 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Canada is een van de landen die eigen satellieten gebruikt voor communicatiedoeleinden. De eerste satelliet van Canada werd gelanceerd op 9 november 1972. De satellieten kregen een naam: Anik. Deze naam werd toegekend na een nationale wedstrijd en de winnares was Julie-Frances Czapla uit St. Leonard, provincie Quebec. De naam is afkomstig uit het Inuktitut, een taal die verwant is aan het Inuit van de Eskimos in Oost-Canada. Anik betekent ‘Kleine broer’.

De Aik-E2 was de elfde satelliet die door Canada werd gebouwd en het tweede exemplaar van het type GE Astro 5000. De lancering in opdracht van Telesat Canada, vond plaats op 4 april 1991 met een Ariane 44P raket van de ESA, het European Space Agency, vanaf Kourou.

Op 1 oktober 1992 werd onder de titel ‘Canada in de Ruimte’ twee postzegels uitgegeven ontworpen door Debbie Adams en gedrukt door de Canadian Bank Note Company Ltd. Op de rechter zegel is de Anik-E2 satelliet afgebeeld boven de aardbol.
De linker zegel toont door middel van een hologram een ruimtevaartuig (space shuttle) boven de aarde.

Dat het wel eens mis kan gaan bij de drukker van de postzegels blijkt uit het opduiken van postzegels waarbij het hologram ontbreekt. Het aantal zegels zonder hologram is niet bekend, maar het kunnen er niet veel zijn. Wel is het noodzakelijk als men een dergelijke zegel wil aanschaffen dat een certificaat van echtheid er bij zit. Zo’n zegel moet dus gekeurd zijn door een erkende expert. Ook zouden postzegels bestaan waarbij de afbeelding van de satelliet ontbreekt maar die heb ik tot nu toe niet gezien.

Het bovenstaande hoekblokje laat twee postzegels zien waarbij de space shuttle bijna naar behoren is weergegeven boven de aardbol. Het beeld staat iets te laag waarbij de donkere rand onderaan de aardbol bijna niet is te zien. Hoekblokken met daarop gegevens van ontwerper en drukkerij worden veel verzameld door Canadese verzamelaars. Daarbij behoren ook de tekens op de velrand die de drukkleuren aangeven.

Dat het vervaardigen van een hologram wel eens mis kan gaan blijkt uit bovenstaand hoekblokje waarbij de afbeelding naar boven is verschoven. De space shuttle verdwijnt hier uit beeld. Verder bestaan nog meer ‘leuke’ afwijkingen, zoals de Canadese verzamelaars het noemen een ‘black hole’ (zwart gat), een zwarte lijn onder de aardbol en een ‘meteor shower’ (meteorenregen) in de vorm van strepen in de hemel.
De satelliet, Anik-E2, kreeg op 20 januari 1994 te maken met een fikse storing, waarschijnlijk als gevolg van verhoogde zonneactiviteiten. De gyroscoop viel even uit. Daardoor raakte de satelliet uit positie en het duurde vijf maanden voordat de satelliet weer naar behoren functioneerde. Maar de manoeuvres door middel van de raketjes aan boord deden een beroep op de voorraad brandstof waardoor de levensduur van de satelliet met een jaar werd verkort. Op 23 november 2005 werd de satelliet uitgeschakeld en in een baan gebracht met ander afgedankt ruimtetuig, de ‘junk orbit’. Maar op de postzegel blijft de satelliet vereeuwigd. Toch een uitgifte om even goed te bekijken als verzamelaar van postzegels van Canada en verzamelaars met het thema ruimtevaart.


Doutzen mode & muze
(oktober 2016)

Op de postzegels van het velletje doutzen mode & muze staan tien foto’s van fotomodel Doutzen Kroes genomen door Anton Corbijn, met verschillende uitsnedes, van close-ups, half- en driekwartbeelden tot een totaalbeeld ten voeten uit. Doutzen is op alle foto’s tegen een witte achtergrond afgebeeld, zonder rekwisieten. Op slechts één foto, het totaalbeeld, is de vloer te zien. Op de foto’s draagt Doutzen simpele lingerie. Sommige foto’s zijn zo gekaderd dat het beeld de perforatieranden van de postzegels raakt; op de postzegel linksboven steken de handen van Doutzen boven de perforatierand uit. Aan de postzegels zijn als extra grafische laag ultramarijnblauwe cirkels toegevoegd, steeds op een andere plek en vrijwel steeds met een andere diameter. De cirkel bij de postzegel linksboven valt samen met de eerste letter o in de titel van het postzegelvel: doutzen, mode & muze. Voor de typografie is gebruikgemaakt van de Neuzeit S, ontworpen door C.W. Pischiner in 1928.

Doutzen over het werken met Anton Corbijn
“Het was een eer om met Anton te werken. Ik heb een keer eerder voor zijn camera gestaan en dat was toen al een heel fijne shoot! Ook voor PostNL hebben we een ontzettend leuke dag gehad. En het resultaat mag er wezen volgens mij.”

Doutzen over de foto’s
“Met Corbijn als fotograaf had ik natuurlijk niet anders verwacht, maar ik vind de foto's heel mooi geworden. Antons foto's zijn altijd zo sfeervol, zo vol emotie. En als je een foto gaat afdrukken op postzegelformaat, dan moeten de beelden natuurlijk extra sterk zijn, anders komt het niet over. Maar ik denk dat het ons in dit geval gelukt is.”

Doutzen over de postzegels
“Normaal zie ik mijn foto's altijd terug in tijdschriften of op posters. Hele andere formaten natuurlijk. Het is zo grappig om ze nu een keer op postzegelformaat te zien, het geeft echt een andere dimensie aan de foto's. Het voelt intiemer op de een of andere manier. Krachtig op een verstilde manier.”

Vormgeving levendige beweeglijkheid
Door de grote variatie aan beeldende middelen als kleur- en vlakverdeling beschikken deze postzegels over een levendige beweeglijkheid.

1. Kleurverdeling:
o Veel of weinig zwart, wit & grijs.
o Symmetrische – asymmetrische kleurverdeling zwart, wit & grijs.
o Diversiteit in plaatsing blauwe cirkels.

2. Vlakverdeling:
o Meer of minder een centrale vulling van het vlak door hoofdpersoon: tegenstelling in voor- en achtergrond.
o Meer of minder centrale plaatsing van de hoofdpersoon: rust tegenover beweeglijkheid.
o Symmetrische – asymmetrische opstelling van de hoofdpersoon: evenwichtige tegenover beweeglijke houding.

Technische specificaties
Zegelformaat 36 x 25 mm
Papier normaal met fosforopdruk
Gomming synthetisch
Druktechniek  offset
Oplage 151.000 velletjes
Drukkerij Cartor Security Printing Frankrijk
Drukkleuren postzegel geel, magenta, cyaan, zwart


Jaar van het Boek
(september 2016)

Op het velletje Jaar van het Boek staan op tien postzegels tien bijzondere boeken uit de Koninklijke Bibliotheek afgebeeld, variërend van Turks fruit van Jan Wolkers en Het Achterhuis van Anne Frank tot de Ethica van Spinoza en Oom Jan leert zijn neefje schaken van Max Euwe. De boeken zijn met verschillende standpunten van bovenaf gefotografeerd: opengeslagen, voor- of achterkant, de rug van het boek of rechtop staand. PostNL liet de postzegels ontwerpen door grafisch ontwerper Niels Schrader, die de omgevallen boekenkast als uitgangspunt nam. Schrader: “Want als je die laat kantelen, komen de boeken verspreid in een horizontaal vlak terecht. Als je daar dan van bovenaf op neerkijkt, ontstaat een landschap van boeken. Vergelijk het maar met een satelliet- of luchtfoto zoals je op Google Earth ziet. Alleen hebben nu boeken de plek van gebouwen ingenomen.”


Appel- en perenrassen in Nederland
(september 2016)

PostNL heeft maandag 15 augustus het nieuwe postzegelvel Appel- en perenrassen in Nederland uitgegeven. Op de tien postzegels met de waardeaanduiding Nederland 1 zijn oude appel- en perenrassen afgebeeld die nog steeds, vaak op kleine schaal, in ons land worden geteeld. De afbeeldingen zijn afkomstig uit De Nederlandsche Boomgaard, een negentiende-eeuws standaardwerk met illustraties van meer dan honderd appel- en perenrassen.
Bij het bewerken van de vergeelde illustraties is ontwerper Bart de Haas terughoudend te werk gegaan: “Ik wilde een realistische en aansprekende helderheid zonder het historische karakter van de oorspronkelijke litho’s te verliezen.”

PostNL besteedt met het nieuwe postzegelvel Appel- en perenrassen in Nederland aandacht aan de rijke historie van de teelt van deze twee fruitsoorten, de belangrijkste van ons land. Appels worden vooral geteeld in Gelderland, Utrecht, Flevoland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg; peren in Gelderland, Utrecht en Zeeland. In 2014 werden 353 miljoen kilo appels geoogst en bijna 350 miljoen kilo peren. Van de Nederlandse appels is 35 tot 40 procent bestemd voor de export – van de peren zo’n 80 procent.
Op de postzegels van het vel Appel- en perenrassen in Nederland staan illustraties van tien oude appel- en perenrassen die vrijwel allemaal nog steeds in ons land worden geteeld, zij het vaak op kleine schaal. Op elke postzegel is de desbetreffende appel of peer twee maal afgebeeld, als hele vrucht en van boven naar onderen doorgesneden zodat vruchtvlees en klokhuis zichtbaar zijn. De illustraties overlappen elkaar gedeeltelijk en lopen in sommige gevallen door op de velrand of op de tabs. Op elke postzegel is de naam van het ras vermeld en een korte beschrijving van de vorm. Op de tabs naast de postzegels wordt de naam van het appel- of peren ras herhaald, met een tekstje over de oorsprong. Voor de typografie zijn twee lettertypes gebruikt: de Sentinel van Jonathan Hoefler (2009) en de Folio Bold Condensed van Konrad Bauer en Walter Baum (1956).

Waarde 1 :
Waarde 1 :
Waarde 1 :
Waarde 1 :
Waarde 1 :
Cox’s Oranje Pippeling
Bezy van Schonauwen
Rode Herftscaville
Williams
Schone van Boskoop
Waarde 1 :
Waarde 1:
Waarde 1:
Waarde 1:
Waarde 1:
Brielsche Caville
Winterrietpeer
Annanas Reinette
Pondspeer
Zoete Ermgaard

Technische specificaties
Zegelformaat 36 x 25 mm
Velindeling 108 x 150 mm
Tanding 14 1/2  : 14 1/2
Papier normaal met fosforopdruk
Gomming synthetisch
Druktechniek  offset
Oplage 167.000 velletjes
Drukkerij Cartor Security Printing Frankrijk
Drukkleuren postzegel geel, magenta, cyaan, zwart


De Groote Oorlog 1914-1918
(september 2016)

België heeft 6 oktober 2014 een begin gemaakt met de vijfjarige cyclus ter herdenking van de Eerste Wereldoorlog.
Het eerste velletje, 1914-2014, De Groote Oorlog, met vijf zegels in de waarde 2 (€ 7,00; oplage 90.877) belicht ’De schok van de invasie en de gevolgen van de eerste aanvallen’. Op de zegels :het zwaar getroffen Dinant;het terugtrekken van de Belgische troepen van Luik naar Namen; het zwaar getroffen Leuven; de vluchtelingen; de aanval, Belgische soldaten aan de IJzer vallen aan, een Belgische officier kijkt naar de bombardementen op Antwerpen.

Op het velletje: de namen van de zwaar getroffen steden, vluchtelingen, verwoeste huizen in Dendermonde, Fort Loncin (Luik), het uitdelen van brood en een citaat uit Le Peuple van 7 augustus 1914.
De komende jaren worden behandeld:
1915-2015 Achter het front. Het gewone leven gaat door achter de gevechtslinies
1916-2016 Verzet. Verzetsvrouw Gabriëlle Petit wordt geëxecuteerd
1917-2017 Verkeer & communicatie en de Slag van Passendale
1918-2018 De bevrijding.

Het tweede velletje uit van de vijfjarige reeks DE Groote Oorlog: 1915-2015 Het leven achter het front. In het velletje vijf zegel 1 Europa (€ 5,50).

Op de zegels: Kinderen & gezondheid: consultaties en een portret van minister Henri Jaspar; Bevoorrading: centrale keuken Brussel/bloemzak uit USA; Regering Sainte-Adresse: groepsfoto Belgische regering, Residentie van de Belgische ministers/Belgische brievenbus in Sainte-Adresse; Vrouw & filantropie: verdeling van soep aan Belgische en Britse soldaten/armband Rode Kruis; De honger: Belgische soldaat deelt zijn rantsoen, voedselbon.

De Groote Oorlogë deel drie van de vijfjarige reeks De Groote Oorlog, Het verzet. In een velletje met vijf zegels.

De ondergrondse pers (LÁme Belge, De Vrije Stem en La Cravache); Gabrielle Petit (1893), die op 1 april 1916 werd geëxecuteerd (portret en gevangeniscel in Sint-Gilles); Historicus Henri Pirenne in 1916 door de Duitsers opgepakt (Pirenne in de cel); tewerkstelling en een cartoon die de tewerkstelling aan de kaak stelt; watervliegtuig en de Slag bij Tabora, 1916 (commandant De Bueger en watervliegtuig).

Slag aan de Somme
(1 juli-18 november 1916):
1.090.000 doden

Op 1 juli 1916 begon een van de grootste veldslagen uit de krijgsgeschiedenis, de Slag aan de Somme (1 juli-18 november 1916); en op die eerste dag verloren alleen al de Britten 60.000 man, van wie 20.000 sneuvelden. Na de snelle opmars van het Duitse leger was na ongeveer anderhalf jaar de strijd vastgelopen in een stellingenoorlog. De gezamenlijke Franse en Britse legers probeerden daarop bij de rivier de Somme een doorbraak te forceren. Op 25 juni 1916 begon een vrijwel onafgebroken bombardement op de Duitse linies en op 1 juli werd het sein gegeven voor de aanval.


Mazzelaar bovenste plank
(juli 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Of het een kwestie van mazzel is, is moeilijk te zeggen, maar de meeste mensen in de filatelistische wereld zijn behoorlijk jaloers op de man hier links is afgebeeld. Mogelijk herkent u de afgebeelde man als de eigenaar van een item dat voor lange tijd, en vaak nog, als de heilige graal wordt gezien onder de postzegelverzamelaars.
Hij is de Amerikaanse schoenenontwerper en ondernemer Stuart Weitzman, hij verzamelt al vanaf zijn kindertijd postzegels. In 2014 betaalde hij het wereldrecord van €8,5 Miljoen voor de 1856 British Guiana One cent Magenta postzegel, waarover op Postzegelblog al vaker is geschreven. Meer over deze bijzondere postzegel hier.
Weitzman kocht ’s Werelds meest beroemde zegel, anoniem op de Sotheby’s veiling in New York op 17 juni 2014 voor omgerekend €8.456.000 inclusief opgeld, wat het hoogste bedrag is ooit betaald voor een postzegel.

Sindsdien heeft Weitzman zichzelf bekend gemaakt als de koper en de zegel uitgeleend aan het Smithsonian National Pastal Museum, waar het tentoon gesteld staat tot november 2017. Tevens was de zegel te bezichtigen tijdens de World Stamp Show in New York (2016).

In juni van 2015, indentificeerde Weitzman zichzelf ook als de huidige eigenaar van het unieke blokje van vier 1918 US 24-cent Inverted Jennies, die wereldwijd worden beschouwd als de meeste gevierde drukfout.

Belgische luchtvaartgeschiedenis
(juli 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

In 1903 slaagden de gebroeders Wright er voor het eerst in een korte vlucht te maken en dat was het begin van meer dan honderd jaar boeiende luchtvaartgeschiedenis. Tegenwoordig doen namen als de Airbus en Boeing een belletje rinkelen, aldus de Belgische bpost, maar vroeger speelde ook België een grote rol in de vliegtuigwereld. De Belgische post verzamelde vijf iconische vliegtuigen van Belgische makelij of ontwerpen en bracht ze samen op één velletje. De zegels hebben een verschillend formaat naar gelang hun waarde, 1, 2 en 3 nationaal. Eén zegel (3) is zelfs bijna tien centimeter lang.


Over het velletje vliegen van boven naar beneden: Sabca S.40 1939 (waarde 2), Renard R.35 1938 (2), een gravure van de Brouckère 1911 (3), César Battaille 1911 (2) en Tipsy Nipper 1959 (1). Van het velletje (prijs € 7,40) zijn 65.372 stuks van de persen gekomen.


Op naar een groene wereld
(juli 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Zoals bekend wordt sinds 1974 de jaarlijkse Europa-uitgifte (daarvoor was het een gemeenschappelijk motief) gekenmerkt door hetzelfde thema. Elk deelnemend land of regio ontwerpt sindsdien op zijn beurt een eigen zegel rond dit thema. Het ontwerp van de Doxia Sergidou is de winnaar een fietser die een verfroller volgt die de wereld groen maakt.


Olympische Spelen 2016
(juli 2016)

Op 18 juli 2016 brengt PostNL Olympische Spelen 2016 uit, een velletje met drie postzegels over de allergrootste internationale sportmanifestatie. PostNL heeft de postzegels in het teken gezet van TeamNL: de naam waaronder de Nederlandse Olympische ploeg in Rio actief zal zijn. De Olympische Spelen en de Paralympische Spelen vinden dit jaar in Rio de Janeiro in Brazilië plaats van 5 tot en met 21 augustus en van 7 tot en met 18 september. Door op een smartphone de postzegels te scannen met een Cee-app wordt doorgelinkt naar een website met achtergrondinformatie over de Nederlandse sporters die in Rio goud, zilver of brons hebben gewonnen. Het postzegelvel Olympische Spelen 2016 telt twee postzegels van gelijk formaat en één postzegel die twee keer zo groot is. De drie postzegels zijn zo op het velletje gerangschikt dat ze eruit zien als het podium waarop tijdens sportwedstrijden de drie winnende atleten of teams worden gehuldigd. De gouden postzegel staat in het midden, de zilveren links en de bronzen rechts. Het 1-2-3-podium is in perspectief weergegeven doordat boven- en zijvlakken in dezelfde kleuren zijn toegevoegd Op de postzegel is de waardeaanduiding 1 groot afgebeeld, waarin zowel sorteerhaak als de aanduiding Nederland 2016 staat, in goud, zilver en brons. Links van de 1 is een medaillevorm nagebootst met daarin een driekwart cirkel en het logo van TeamNL: de oranje tulp met een van de blaadjes in de kleuren van de Nederlandse vlag. Linksboven op het velletje staat het -logo voor de Paralympische Spelen, met ernaast de titel van de uitgifte en het Olympische motto dat sport alleen winnaars kent.

Over het ontwerp
De Olympische postzegels weerspiegelen de ambitie en het optimisme van TeamNL: de Nederlandse sportploeg die naar Rio wordt afgevaardigd. In het ontwerp, dat binnen PostNL werd ontwikkeld, keert de wens terug van een mooie en sportieve competitie, met het liefst zoveel mogelijk overwinningen door landgenoten. Vandaar dat de drie postzegels verschillend van grootte zijn en samen een podium vormen. Een van de beroemde Olympische motto’s luidt dat meedoen belangrijker is dan winnen. Daardoor is eigenlijk iedereen een winnaar, wat wordt onderstreept door de waardeaanduiding 1 op elke postzegel extra groot af te beelden. TeamNL barst van de ambitie, wat hopelijk leidt tot veel medailles. Daarom is het logo van TeamNL – met daarin de Olympische ringen en een tulp waarin ook een Olympische vlam is te herkennen – in een rond vlak gezet met daarin een driekwart cirkel tussen 3 en 12 uur. Door deze minimale ingreep wordt het een Nederlandse medaille, die overigens gezien de ervaring van de afgelopen jaren ook een andere vorm kan hebben.


Technische specificaties
Zegelformaat : 2x 36 x 25 mm, 1x 36 x 50 mm
Tanding
Papier : normaal met fosforopdruk
Gomming : synthetisch
Druktechniek : offset
Oplage : 135.000 velletjes
Drukkerij : Joh. Enschedé Security Print, Haarlem
Drukkleuren postzegel : geel, magenta, cyaan, zwart,goud, zilver en brons

Wereldberoemd porselein
(juli 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Het Deense porselein is wereldberoemd door zijn bijzonder hoge kwaliteit (natuurlijk volgens de Denen). Het verhaal van het Deense porselein gaat terug tot 1775, en nu vertelt Postnord/Denemarken dit verhaal op vijf zegels die 23 juni in roulatie zijn gebracht, vijf zegels in de waarde van elk 8,00 Dkr. met o.a. een meeuw en een ’poppy’. De zegels (2 x 5) zitten ook een velletje (80 Dkr.) en er is een prestigeboekje (nou boekje? wel 32 pagina’s; prijs 199,00 Dkr) uitgegeven. Ook w.v.


Belgie Dieren in beweging
(juli 2016)
Bron: Amsterphila            Mark de Winter

André Buzin ontwerpt al ruim 25 jaar postzegels in opdracht van bpost Meestal zijn het vogeluitgiften, maar enkele malen mocht de natuur-kunstenaar uit Braine-le-Comte zich ook aan andere onderwerpen wagen. Dit jaar staat hij in voor de serie ‘Dieren met vaart!’. Koos André Buzin vorig jaar voor de emotie bij dieren, deze keer trekt hij resoluut de kaart van de beweging. Buzin brengt met deze collectie van tien postzegels letterlijk vaart in zijn ontwerpen die, zoals altijd, van een uitzonderlijk hoog-staand niveau zijn. Hij toont tien dieren in volle vlucht of volle vaart. Een gans, zwaan, reiger, uil en meerkoet vliegen op of zweven bovenaan het postzegelvelletje. Een hermelijn, otter, haas, hert en eekhoorn rennen, springen of zwemmen onderaan.
Bpostdesigner Kris Maes bracht deze unieke reeks ontwerpen van Buzin op een wonderlijke wijze bijeen op het zegelvelletje. Hij accentueerde extra dynamiek bij de tekeningen van de gans en het hert, door beide dieren in drievoud en in gradatie af te beelden op het zegelblaadje waardoor de indruk van beweging ontstaat. André Buzin trekt bijna dagelijks de natuur in. Hij woont op het platteland en staat daardoor al met één been in de natuur. Al ruim 45 jaar legt hij wilde dieren vast. Eerst op foto’s en schetsen, nadien maak hij er acrylverfschilderijen van. “Ik vind het een belangrijk werk, maar het belangrijkste is om een idee tot een goed einde te brengen en om zoveel mogelijk waarheid in mijn werk te leggen”. Het is de eerste Belgische uitgifte van Buzin met vogels in volle vlucht en het resultaat mag er zijn.

Zowel de vogels als de andere dieren werden treffend door hem vastgelegd.
“Als liefhebber van roofvogels is de oehoe mijn persoonlijke favoriet. Maar ook de rode eekhoorn vind ik heel geslaagd”.

In de toekomst mag bpost zeker nog dergelijke nieuwe concepten met werk van André Buzin voorstellen.”Ik denk dat er samen met mij nog tal van verzamelaars blij mee zullen zijn”

Postzegels losweken
(juli 2016)

Als je een postzegel teveel op je brief hebt geplakt, of je bent verzamelaar en je wil die ene mooie postzegel van het poststuk krijgen om in je collectie te bewaren dan zijn er meerdere methodes om dit voor elkaar te krijgen.

Postzegels losstomen
De meest bekende methode is het ouderwetse losstomen. Verwarm water in een pan, waterkoker of fluitketel en wacht tot het water kookt.
Als het water kookt hou je de kaart of envelop rechtop in de stoom. De lijm van de postzegel wordt hierdoor verwarmd en na even kan je de postzegel er af halen.

Postzegels afweken met de magnetron
Postzegels afweken kan ook snel en makkelijk met een magnetron. Maak de postzegel nat met een paar waterdruppels. Leg de kaart met de bevochtigde postzegel in de magnetron. Zet de magnetron aan op de laagste stand gedurende 20 seconden. Nu kan je de postzegel makkelijk van de kaart halen.

Zelfklevende postzegels losweken
Mochten de twee methodes die hierboven worden beschreven niet werken, bijvoorbeeld bij zelfklevende postzegels die van hardnekkige lijm zijn voorzien, dan kan je de volgende methode nog proberen.
Bij deze methode kan je de envelop niet bewaren, want je moet de postzegel los knippen. Doe dit zo dicht mogelijk om het randje van de postzegel heen. De de afgeknipte postzegel vervolgens in een kommetje met water. Voeg hier een druppel of twee vaatwasmiddel aan toe. Voeg scheutje voor scheutje warm water toe (goed heet) en roer de postzegels om terwijl je dit doet. Ga door totdat het water een temperatuur heeft waarmee je ook zou kunnen douchen.
Laat de postzegels een paar minuutjes losweken in dit warme water. Hierna kan je de postzegels voorzichtig van het papier aftrekken. Spoel ze als je ze hebt losgehaald nog even met koud water af zodat je het afwasmiddel van de postzegel af spoelt.


RAFAËL
(juni 2016)
Bron: ZHPV-Mededelingenblad     Herwig Pauwels

Rafaël is wellicht een minder bekende naam in de schilderkunst en toch hebben velen bij een museumbezoek doeken van hem zien hangen. Hij (zijn echte naam is Raffaello Sanzio) is geboren op 6 april 1483 in het plaatsje Urbino en overleed in Rome op 6 april 1520. Hij leerde van zijn vader schilderen en werd later een leerling van Perugino. Deze had een grote invloed op zijn manier van schilderen.
In 1504 ging Rafaël naar Florence waar hij werd beïnvloed door Leonardo da Vinci en ook door Michelangelo. Hij werkte veel voor de kerk en in het Vaticaan is veel werk van hem te bewonderen.

Madonna Connestabile   Madonna van Granduca

In de Hermitage van Sint-Petersburg hangt zijn Madonna Connestabile (CCCP, 3k). Hij heeft echter talloze Madonna’s geschilderd en de Madonna van Granduca (Laos 2k) is hier ook een voorbeeld van. Enkele andere voorbeelden van zijn werken zijn hieronder afgebeeld, te weten: 1 De Heilige Georg met de draak.(Laos 3k) 2 Visioen van Ezechiël (Laos 4k). 3 Aanbidding van de koning, twee versies (Laos 1k en Laos 10 k). 4 De heilige Katherina (Laos 0,50 k).

De Heilige Georg met de draak   Visioen van Ezechiël   Aanbidding van de koning   Aanbidding van de koning   De heilige Katherina

Rafaël was ook belangrijk voor de tapijtkunst. Hij maakte kartons (werktekening op ware grootte) die werden gebruikt in een Brussels atelier om er tapijten voor de Sixtijnse Kapel mee te weven. Deze kartons zelf zijn als kunstwerken bewaard in het Victoria en Albert Museum in Londen.
Naast de kartons heeft Rafaël ook tekeningen gemaakt. Het Teylers Museum in Haarlem heeft daarvan een aantal in haar collectie. Ter gelegenheid van de 500ste geboortedag van Rafaël gaf de Surinaamse post in 1983 een serie van 6 postzegels uit met tekeningen van Rafaël afkomstig uit het Teylers Museum.

D   

Rafaël stierf op zijn zevenen-dertigste verjaardag in Rome en ligt begraven in het Pantheon. Voor Italië een zeer grote eer. Alhoewel niet bewezen, bestaat het gerucht dat de toenmalige paus hem tot kardinaal wilde benoemen. Dit geeft aan dat hij een zeer grote status had.


Blauwhelmen
(juni 2016)

Op 29 mei, the International Day of United Peacekeepers, geeft de UNPA (de Postadministratie van de VN) zes zegels uit met beelden van het belangrijke werk van de Blauwhelmen wereldwijd. \
De zegels hebben de volgende waarden en oplagen: 47c, 7.500 velletjes, 150.000 zegels; $ 1,15, 7.500 velletjes, 150.000 zegels; CHF 1,00, 6.000 velletjes, 120.000 zegels; CHF 6.000, 120.000 zegels; € 0,68, 6.500 velletjes, 130.000 zegels en € 0,80, 6.500 velletjes, 130.000 zegels.

Friedenstruppen
Ook Oostenrijk wijdt 29 mei een zegel (68c) aan de Internationaler Tag der Friedenstruppen der Vereininten Nationen. Op de zegel wordt de vlag gehesen; oplage 250.000 zegels.


PostEurop Denk Groen
(juni 2016)

PostNL geeft op 25 april 2016 het postzegelvel 'Denk Groen' uit met de waardeaanduiding Internationaal 1. Op vijf postzegels staat een afbeelding van Doxia Sergidou van Cyprus Post, de andere vijf postzegels, de typografie en de velrand zijn ontworpen door het bureau Beukers Scholma uit Haarlem. Elk jaar worden dergelijke Europapostzegels uitgegeven, een initiatief van PostEurop. De afbeelding van Doxia Sergidou toont een roller die de wereld groen verft, op de door Beukers Scholma ontworpen postzegel staat een afbeelding van een innovatieve VANMOOF-fiets. De ontwerpers kozen met opzet voor een dergelijk vernieuwend fietsenmerk. “Want om groen te kunnen denken en doen”, aldus Marga Scholma, “is innovatie noodzakelijk. Zo laten we de toekomst zien, geen nostalgie dus. Het resultaat is een simpel en krachtig postzegelbeeld dat goed aansluit op het verhalende karakter van de verfrollerpostzegel.

Over het ontwerp
Het postzegelvel Denk groen bestaat uit vijf postzegels met de voorgeschreven afbeelding en vijf postzegels met een ontwerp van het bureau Beukers Scholma. Op beide postzegels hebben Haico Beukers en Marga Scholma dezelfde typografie toegepast. De voorgeschreven afbeelding laat zien hoe een hand met een verfroller de wereld groen verft waardoor sombere huizen en donkere wolken plaatsmaken voor een lichte plek met bomen, vogels, duurzame gebouwen en windmolens. Op de door Beukers Scholma ontworpen postzegel staat een afbeelding van een innovatieve fiets van het nieuwe Nederlandse merk VANMOOF, terwijl de titel van het postzegelvel als een lichtbundel uit de koplamp straalt. De fiets is in een blauw vlak geplaatst, dat deels wordt overlapt door een transparant geel vlak zodat de fiets door de menging van kleuren tegen een groene achtergrond staat. De stroken van het gele vlak met de typografie keren op de andere postzegel terug. Op de velrand bovenaan staat de titel van het postzegelvel tegen een achtergrond van soortgelijke blauwe, gele en groene stroken. Het gebruikte lettertype is de Avenir uit 1988 van Adrian Frutige.

Technische specificaties
Zegelformaat : 36 x 25 mm
Tanding : 14 1/2 14 1/2
Papier : normaal met fosforopdruk
Gomming : synthetisch
Druktechniek : offset
Oplage : 90.000 velletjes
Drukkerij : Joh. Enschedé Security Print, Haarlem
Drukkleuren postzegel : geel, magenta, cyaan en zwart

Ed van der Elsken
(juni 2016)

Op 23 mei 2016 vindt de uitgifte plaats van het postzegelvel Ed van der Elsken. Op het postzegelvel zijn negentien kleurenfoto’s van de in 1990 overleden fotograaf afgebeeld. De aanleiding voor de uitgifte is de noodzakelijke restauratie van de 45.000 kleurendia’s van Ed van der Elsken die door schimmel zijn aangetast. Dit restauratieproject van het Nederlands Fotomuseum wordt onder de aandacht van het grote publiek gebracht met een tentoonstelling dit jaar op De Parade, van 23 juni tot 28 augustus in achtereenvolgens Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Voor twee eerdere postzegeluitgiftes heeft PostNL werk van Van der Elsken gebruikt, Tussen twee culturen (2001) en 10 voor Nederland (2006). Het postzegelvel Ed van der Elsken besteedt aandacht aan de kleurenfotografie van een van de meest invloedrijke fotografen van Nederland. Het grootste deel van de foto’s is afkomstig uit EYE LOVE YOU. Dit is het eerste kleurenfotoboek dat Van der Elsken in 1977 publiceerde. Ter gelegenheid van het restauratieproject brengen het Nederlands Fotomuseum en de uitgevers Lecturis en Bas Lubberhuizen deze zomer een heruitgave van EYE LOVE YOU uit.

Over het ontwerp
Op negen van de tien postzegels op het vel Ed van der Elsken zijn twee kleurenfoto’s gecombineerd. Op de tiende postzegel staat naast de afgebeelde foto de titel van Van der Elskens bekendste kleurenfotoboek: EYE LOVE YOU. Voor vrijwel alle foto’s op de postzegels is dezelfde uitsnede gebruikt als Van der Elsken hanteerde. De foto’s zijn geplaatst op een zwart vlak met daarin de naam van de fotograaf in kapitalen, met gebruik van dezelfde kleuren als in de titel van het fotoboek EYE LOVE YOU. In het wit onder het zwarte vlak staan de sorteerhaak en de waarde aanduiding Nederland 1. Door het gebruik van het zwarte vlak zijn alle foto’s zwart gekaderd, wat de indruk wekt dat het postzegelvel uit vijf filmstroken bestaat. Op de tabs links en rechts lopen de zwart vlakken door om ruimte te bieden voor een korte typering van de fotograaf en cineast Van der Elsken (1925-1990). Op de velrand staan bovenaan de handtekening van Van der Elsken en het logo van het Nederlands Fotomuseum, op de velrand onderaan het logo van PostNL, het artikelnummer en de barcode.
Voor de typografie is gebruikgemaakt van de Rockwell (Frank Hinman Pierpont, 1934) en de Univers (Adrian Frutiger, 1957).

Technische specificaties
Zegelformaat : 36 x 25 mm
Tanding : 14 1/2 14 1/2
Papier : normaal met fosforopdruk
Gomming : synthetisch
Druktechniek : offset
Oplage : 167.000 velletjes
Drukkerij : Cartor Security Printing, Frankrijk
Drukkleuren postzegel : geel, magenta, cyaan en zwart

Wereldberoemde gestolen postzegel terecht
(mei 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Na 61 jaar van de aardbodem te zijn verdwenen is een van de meest beroemde postzegels ter wereld weer terecht. Deze Inverted Jenny werd in 1955 gestolen als onderdeel van een blokje van vier en werd onlangs aangeboden bij een New Yorks veilinghuis.
Eerder deze maand meldde een Britse twintiger zich bij het veilinghuis met de vermiste postzegel, die hij had geërfd van zijn opa. Hoe die aan de zegel was gekomen, kon de man niet zeggen.

De Inverted Jenny

De Inverted Jenny postzegel werd in 1918 in allerijl gedrukt. Voor 24 cent konden de kopers hun brief met luchtpost versturen. Toen de drukker zag dat het vliegtuig op de zegel op de kop vloog, vernietigde hij de misdruk, op één velletje met honderd exemplaren na. Een slimme klant op het postkantoor kocht het velletje met de misdruk.

Ethel McCoy
De terug gevonden zegel maakt onderdeel uit van de verzameling van Ethel Bergstresser McCoy, zij was een vooraanstaand filatelist met verschillende belangrijke postzegelverzamelingen. Tijdens een filatelietentoonstelling in Norfolk werd het blokje van vier dat zij had uitgeleend gestolen.

Twee van de Jenny postzegels werden in de jaren ’70 en’80 herondekt door twee handelaren die de postzegels hadden gekocht, de andere twee bleven echter spoorloos.
De zegel wordt overgedragen aan de American Philatelic Research Library, die door McCoy als eigenaar was aangewezen.

Griend: vogels van het Wad
(mei 2016)

Het nieuwste postzegelvel 'Griend: vogels van het wad' van PostNL schenkt aandacht aan tien vogelsoorten die op het eiland Griend in de Waddenzee voorkomen. De geschilderde vogelportretten, olieverf op houten panelen, zijn gemaakt door kunstenaar Erik van Ommen uit Vries, dat in Drenthe ligt. De grote stern, scholekster, bergeend, rosse grutto, bonte strandloper, zilverplevier, bontbekplevier, visdief, kanoet en op Griend. Erik van Ommen: ''Elk schilderij heb ik speciaal voor dit vel gemaakt en bij elkaar geeft deze serie mijn impressie van de Wadden weer. Waarbij iedere vogel de plek op het vel krijgt die hij verdient: poserend voor een portret, broedend op het nest, wandelend langs de vloedlijn, aan de maaltijd of in de lucht.”
Over het ontwerp
Het nieuwste postzegelvel Griend: vogels van het wad bevat tien postzegels met beeltenissen van tien vogelsoorten die op het eiland Griend voorkomen. De geschilderde vogelportretten, olieverf op houten panelen, zijn gemaakt door kunstenaar Erik van Ommen uit Vries in Drenthe. De tien vogels (grote stern, scholekster, bergeend, rosse grutto, bonte strandloper, zilverplevier, bontbekplevier, visdief, kanoet, eidereend) staan afgebeeld tegen de achtergrond van de natuur op Griend, die op het hele postzegelvel doorloopt. In de landschapsschildering zijn verschillende biotopen te onderscheiden: grasland, kwelder, slik, zee en lucht, die terugkeren in de foto’s links en rechts op de velrand. Naast de postzegels staan de namen van de afgebeelde vogelsoorten, zowel in het Nederlands als in het Latijn. Bij het ontwerp van het post-zegelvel werkte Erik van Ommen samen met fotograaf en ontwerper Peter de Jong. Deze gebruikte voor het ontwerp de lettertypes Euphemia UCAS (Ross Mills, 2006) voor de tekst en Palatino Linotype (Herman Zapf, 1999) voor de waarde aanduiding 1.

Technische specificaties
Zegelformaat : 36 x 25 mm
Tanding : 14 1/2 14 1/2
Papier : normaal met fosforopdruk
Gomming : synthetisch
Druktechniek : offset
Oplage : 166.000 velletjes
Drukkerij : Cartor Security Printing Frankrijk
Drukkleuren postzegel : geel, magenta, cyaan en zwart


Kanaaleilanden in de Tweede Wereldoorlog (deel 3)
(mei 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Twee postzegels werden in 1948 uitgegeven gewijd aan de Kanaaleilanden Guernsey en Jersey. De waarden waren 1D rood en 2½D blauw met afbeeldingen van het oogsten van zeewier, de Vraic. De uitgiftedatum was 10 mei 1948. De twee zegels werden vervaardigd naar tekeningen gemaakt door Edmund Blampied die ook de serie van zes zegels voor Jersey had ontworpen.

Maar nu even terug naar de wapenzegels die in Guernsey en Jersey in omloop waren gebracht. De postale autoriteiten op beide eilanden waren bang dat de Duitse Postdienst postzegels zou uitbrengen die in Duitsland waren vervaardigd met afbeeldingen van Hitler of een hakenkruis. Zij vroegen toestemming om noodpostzegels te mogen vervaardigen voor de beide eilanden. Van de Duitse bezetter werd inderdaad toestemming verkregen maar er was wel een aantal voorwaarden aan verbonden.
Geen vermelding van de landsnaam Engeland of afbeeldingen die verwezen naar de koning. Na druk overleg werd besloten dat alleen de naam van het eiland, de waarde en het wapen van het eiland mochten voorkomen op de noodzegels.

De Duitsers wisten echter niet dat dit wapenschild met de drie luipaarden ook het persoonlijk zegel van de koning was, zoals het ook voorkwam op de persoonlijke standaard van de koning. Dit wapen was al op het einde van de 13de eeuw toegekend door Koning Edward I.

Of beide ontwerpers van de noodzegels met elkaar contact hebben gehad is niet zeker maar waarschijnlijk wel. Want samen hebben zij een staaltje van passief verzet gepleegd tegen de Duitse bezetters.

Ontwerper Vaudin had in de vier hoeken van de omranding van de drie zegels de letter V ingetekend. De letter V voor Victory. Deze subtiele toevoeging is nooit door de bezetters opgemerkt!

Maar nog bonter maakte Majoor Norman Victor Lacey Rybot zijn ontwerp voor de noodzegels van Jersey. Zo op het oog is er niets bijzonders aan de zegel van 1D te zien die eerst uitkwam. Maar bij vergroting zijn in de vier hoeken van de omranding de letters A te ontdekken.

De eilandbewoners hebben dit wel ontdekt maar hielden wijselijk hun mond. Waar stonden die letters voor? Het waren de vier eerste letters van Latijnse woorden: Ad Avernum Adolph Atrox ofwel loop naar de hel, bloeddorstige Adolf!

Ook bij de noodzegel van ½D paste hij hetzelfde toe in de omranding, maar nu met de letters A A in de bovenrand (voor het gemak is het tweede plaatje een omgekeerde afbeelding)

en de letters B B in de onderste omranding. Die letters staan voor: Atroicious Adolph en Bloody Benito. Zo kreeg de Italiaanse bondgenoot er ook van langs! Atroicius betekent Afschuwelijk.

Ook hier het wapen van de standaard van de koning. De twee postmeesters van de eilanden, Oscar Mourant van Jersey en H.C. Chapell van Guernsey werden, nadat de ‘stunt’ met de noodzegels algemeen bekend was geworden, gepromoveerd tot hoofd-postmeester terwijl Koning George VI hen beiden de onderscheiding O.B.E. toekende, de Order of the British Empire.

Tom Poes en Olivier B. Bommel vieren 75e verjaardag met zilveren postzegel
(april 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Op 18 maart 2016 vierde PostNLhet 75-jarig jubileum van de striphelden, met twee écht zilveren postzegels. Beide striphelden van stripauteur Marten Toonder staan kleurig en herkenbaar op de zilveren postzegels afgebeeld. Op 20 maart presenteerde PostNL de postzegels tijdens de aftrap van het jubileumjaar ’Tom Poes 75 Jaar’ op de Bommelbeurs in kasteel Het Muiderslot.

Speciale druktechniek
Voor deze postzegels heeft PostNL een druktechniek toegepast die nog zelden is gebruikt. Hierdoor krijgen Tom Poes als witte kleine kat en de pijprokende heer Bommel in zijn geruite jas extra aandacht. De postzegels zijn geproduceerd door de Koninklijke Nederlandse Munt in Utrecht.

Verkrijgbaarheid
De postzegels van Tom Poes en Olivier B. Bommel in luxe bewaarverpakking zijn voor € 25,- te verkrijgen via postnl.nl/tompoes en collectclub.nl. Ze hebben de waarde ‘Aangetekend’ en zijn te gebruiken voor aangetekende post tot 2 kilo binnen Nederland. De postzegels hebben een beperkte oplage van slechts 750 exemplaren. De geldigheidstermijn van de postzegels is onbepaald.

Eerdere Uitgifte
Nederland heeft (ooit) stripzegels uitgegeven. De eerste op 14 mei 1996, een velletje met twee zegels (70 en 80 cent) waarop Heer Bommel en Tom Poes avonturen beleefden.


Postcrossing
(april 2016)

Het postzegelvel Postcrossing.com telt tien postzegels met de waardeaanduiding Internationaal 1 en het internationale Priority-logo. Op iedere postzegel staat een kleurrijke impressie van een bekende toeristische bestemming in Nederland: de Deltawerken, de Waddeneilanden, de Hoge Veluwe, het Binnenhof, de kaasmarkt van Alkmaar, de bollenvelden, Giethoorn, Marken, Zaanse Schans en de Nachtwacht.< br> Met deze postzegels besteedt PostNL aandacht aan Postcrossing.com, de website voor verzenders en ontvangers van postkaarten wereldwijd. Postcrossers laten niet alleen iets van zichzelf zien, maar sturen ook vaak een kaartje met plaatjes van hun land of de plaats waar ze wonen. De nieuwe postzegels sluiten daarop aan. Ze zijn gemaakt door grafisch ontwerper Reinier Hamel uit den Haag door bestaand fotomateriaal met kleurvlakken te bewerken. “Zo heb ik mijn eigen werkelijkheid geschapen, mijn collage van ons land. Sterk geabstraheerd, want ik wil dat er voor iedereen iets te raden over moet blijven.” De schetsen zijn gemaakt op basis van fotomateriaal dat op de computer is bewerkt tot kleurrijke vlakken die over de perforaties heenlopen. De vlakken veranderen van kleur van onderen naar boven van roze naar geel en groen, terwijl in de details rood, licht- en donkerblauw overheersen. De afgebeelde objecten en personages zijn waar nodig met witte contourlijnen van de kleurvlakken gescheiden. Van boven naar onderen loopt een golvende lijn over het vel als symbool voor de weg die postcrossing-kaarten over de wereld afleggen, waarbij zowel de kaarten als de lijn per postzegel van kleur wisselen. Voor de typografie is gebruikgemaakt van drie handschriftfonts: de Populaire (2011), de Undersong (2013) en de Daft Brush (2014), alle drie ontworpen door Ricardo Marcin en Erica Jung en uitgebracht door PintassilgoPrints.

Technische specificaties
Zegelformaat : 26 x 25 mm
Tanding : 14 1/2 14 1/2
Papier : normaal met fosforopdruk
Gomming : synthetisch
Druktechniek : offset
Oplage : 156.000 velletjes
Drukkerij : Cartor Security Printing Frankrijk
Drukkleuren postzegel : geel, magenta, cyaan en zwart


HENRI DE TOULOUSE-LAUTREC
(april 2016)
Bron: ZHPV-Mededelingenblad     Herwig Pauwels

Bij veel mensen staat de naam Toulouse-Lautrec voor een schilder van het Parijse nachtleven en de Moulin Rouge. Maar er is natuurlijk meer. Hij is geboren op 24 november 1864 in Albi en als zoon van een graaf kreeg hij ook de titel van graaf. Deze adellijke titel zou dateren van omstreeks 750, de tijd van Karel de Grote. Henri had een broos beendergestel door pyknodysostose en dit was de oorzaak van zijn mismaaktheid.
Als kind had hij nog ongelukken en brak zijn beide benen die daardoor niet meer meegroeiden. Hij was ook bijziende en moest een pince-nez dragen. Hij droeg altijd een hoed omdat bij het voorhoofd de fontanel niet helemaal was dichtgegroeid.
Op zeventienjarige leeftijd begint hij te tekenen en schilderen. Hij gaat ook in de leer bij andere schilders en komt zo in contact met de kunst van Cézanne, Degas, Manet, Renoir en anderen.

   

In 1884 verhuist hij naar een studio in Montmartre waar hij regelmatig het cabaret “Le Chat Noir “ bezoekt evenals de “ Boule Noir “. Hij werd bevriend met Van Gogh alhoewel hun beide stijlen van schilderen zelfs tegengesteld waren. Hij kwam ook regelmatig in het circus. Voor zijn schilderijen “La clownesse Cha-UKao” (links) en “Au Cirque Fernando” (rechts) vond hij daar zijn inspiratie.
In gelegenheden als de Folies-Bergères en de Moulin-Rouge leerde hij mensen kennen die ook in zijn schilderijen voorkwamen. Dit blijkt onder meer uit de schilderijen “La Goulue entrant au Moulin-Rouge”, “M. Lender dansant le Boléro de Chilpéric” en “Yvette Guilbert Chantant “Linger, Longer, Loo” (resp. links, midden en rechts).

       

De onderstaande postzegel, ”La serveuse anglaise au café Star au Havre” doet vermoeden dat de schilder ook wel eens buiten Parijs kwam; in dit geval in Le Havre.
Hij werd ook afficheontwerper en zeer bekend zijn “Moulin-Rouge La Goulue” van 1891 en “La revue blanche” van 1895.

De Belgische post gaf in 2011 een postzegelboekje uit met 10 zelfklevende postzegels, alle met een afbeelding van een affiche van Toulouse de Lautrec. Ik toon hieronder de genoemde van La Goulue en een van de cancan-danseres in de Moulin Rouge, Jane Avril.

Verder is bekend dat hij nooit is getrouwd. Hij kon seks en liefde van elkaar scheiden en had ontelbare verhoudingen, die meestal van korte duur waren. Hij werkte meestal ’s nachts, had een gebrek aan nachtrust, last van alcoholmisbruik en bovendien leed hij aan syfilis. In 1898 was hij een wrak geworden. In 1899 had hij een aanval van delirium tremens. In 1900 kreeg hij een beroerte om uiteindelijk op 9 september 1901 te sterven.

Zijn chaotisch leven heeft zelfs op de begrafenis tot chaos geleid. De lijkwagen reed zo snel dat de begrafenisstoet hem niet kon volgen. Zijn vader die niet op de begrafenis aanwezig was zou hierin de hand hebben gehad.

Harley's uit Spanje
(maart 2016)
Bron: Motor Filatelisten Nederland, www.mfnl.nl

In dit artikel wil ik het hebben over het Harley blokje uit de serie Vehículos de Época van Spanje.

Op het blokje met daarin drie zegels van € 0.92 staan de volgende 2 Harley-Davidson modellen afgebeeld. Op het grote zegel de oudste van de twee: een HD uit 1927 met een 350 cc eencilinder, ook wel Peashooter Single genoemd.

Op de andere zegel met een hele motorfiets staat volgens het bijschrift het 1200 cc J-model uit 1929, ook wel Twin Cam genoemd omdat dit model twee nokkenassen telde die elk één stoterstang bedienden. Maar volgens mijn gegevens kreeg de 1200 versie van de 1000J er de letter D achteraan gevoegd. Nu vormen die letter-aanduidingen van Harley's sowieso een brij waar niet uit te komen is.

De laatste zegel (#2) toont de tank van de 1200 cc (hou het maar even op de 1200J) Harley, en samen met de achtergrond van de andere twee zegels vormt het in zijn geheel dan ook de voorkant van de 1200J.

De gebruikte motorfietsen zijn te vinden in het Museo de la Moto Clásica de Hervás (Cáceres), hetzelfde museum waar ook al de motorfietsen van de Epelsa frankeerstroken te vinden en te bewonderen zijn. Voor info zie: www.museomotoclasica.com.
Ook op de FDC (Sobres de Primer Día) vinden we de beide motorfietsen terug maar nu afgedrukt in spiegelbeeld.

Om er een nog Amerikaanser tintje aan te geven vliegt de Bald Eagle, het nationale embleem van de USA, ook in de rondte. Overigens heeft de DTP-er nog wel behoorlijk meer moeten knutselen aan de afbeeldingen want naast het draaien van het tanklogo heeft de gebruikte 1200 cc fiets in het echt een zijspan aangekoppeld, en die is op de zegels volledig weggeretoucheerd.

De Spaanse Filatelistische dienst had voor de grotere bestellers van producten van hun dienst in het derde trimester van dit jaar nog een aardige envelop in petto.
Elk trimester gebruikt de Spaanse dienst een geïllustreerde envelop voor gecertificeerde, zeg maar aangetekende, post met daarop een afbeelding van het dan belangrijkste thema. En het derde trimester van 2014 was dat de Vehículos de Época uitgifte en daarom staat dus op de gebruikte enveloppen een afbeelding van nog een Harley-Davidson uit hetzelfde museum. De envelop heeft een ruim A4 formaat, met venster en toont een HD, volgens mij uit de W serie, op een stukje "Old Route 66" en weer die arend erbij. In de linker bovenhoek ingedrukt de eerste zegel van de HD 350, maar nu in plaats van de waarde aanduiding de letters S.F. (?)



Souvenirs van Volendam, Urk en Zoutkamp
(maart 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

De serie “Mooi Nederland” zou niet compleet zijn zonder de vissersplaatsen. De eerste drie van vijf vissersplaatsen zijn Volendam, Urk en Zoutkamp. Elke postzegel toont objecten die symbolisch zijn voor de visserij.

Wie niet uit een vissersgeslacht stamt, zal het verschil niet kennen tussen een kwak en een botter. Carlo de Boer, zoon van een Noordzeevisser en kleinkind van twee Zuiderzeevissers, weet het wél.

“Met zijn 16 meter was een kwak al gauw drie meter groter dan een botter. Voor de Volendammer vangstmethode – met een zwaar sleep net tussen twee bomen – was namelijk een schip met grote trekkracht nodig. In de hoogtijdagen van de visserij lagen er tweehonderd kwakken in onze haven. Daar zijn er nog maar vier van over.” Carlo is voorzitter van de vereniging Behoud de Volendammer Botters. Die vereniging heeft vier authentieke kwakken weten op te sporen en gerestaureerd, met steun van de gemeente, sponsors en tal van vrijwilligers. De eerste kwak, de VD172 uit 1904, ging in 1999 opnieuw te water. De pastoor zegende het schip in. Ook de andere drie zijn inmiddels zeewaardig en te huur voor evenementen.

Getaande zeilen
Genoemde kwak, de VD172, heeft een hoofdrol op het postzegelvel Mooi Nederland Vissersplaatsen – Volendam. Carlo de Boer vindt het een mooi eerbetoon. En het rood van het zeil komt goed tot uiting: “Volendammers mengden cachou, een organische kleurstof, door de verf om het zeil te tanen. Door het rode zeil konden de families die op de dijk stonden te wachten, de kwakken al van ver zien aankomen. Verder zijn op het postzegelvel een klokkenpaal, de typische gevel van een Volendams huis en een aal te zien. Op de achtergrond staan een steigerpaal, woningen met een typische Zuiderzee-architectuur, de vlag van de gemeente Edam-Volendam, een waslijn met wasgoed, de Katwoudermolen uit 1896 en de voormalige visafslag die nu als havenkantoor dienst doet. In het water zwemmen een schol, twee zandspieringen, een bot en een snoekbaars.

Urk aan de Zuiderzee
Het postzegelvel van Urk is volgens hetzelfde stramien vormgegeven. Een terugkerend element op elk van de drie postzegelvellen is het visnet op de achtergrond. Specifiek voor Urk zijn de boei UK 1, de vuurtoren en de kotter UK 244 met daaronder de zee. Iconen van Urk zijn de dubbele bolder, visnetten die te drogen hangen, de dorpsvlag van Urk met een schelvis in het midden, een meerpaal, de typische woningen, het zicht op de haven en een kraan op de plaatselijke scheepswerf. In het water onderaan zwemmen een schol, drie harders, een kabeljauw en een tong.

De verdwenen zee van Zoutkamp
Het minst bekende, maar daarom niet minder interessante vissersplaats, is Zoutkamp in Groningen, bij de voormalige Lauwerszee. Daarop te zien zijn de replica van een kalkoven, het stalen havenlicht of lichtopstand op de steiger en de gekleurde gevels van de loodsen. Onderaan staat een noordzeegarnaal. Iconen van Zoutkamp zijn een boei uit het visserijmuseum Zoutkamp, het huis van de sluismeester, de kade, het huisje met de ‘leugenbank’ bij de haven, de lichtopstand bij het Reitdiep, een herbouwd vissershuisje, een sloepenloods en de garnalenkotter ZK 21. In het water onderaan zwemmen een schol, een aal, twee schelpen en een schar.

Jules Verne
(maart 2016)

Om het fenomeen Jules Verne beter te begrijpen moeten we terug naar de 19e eeuw. Op 8 februari van het jaar 1828 om 12 uur precies werd Jules Verne te Nantes geboren. Zijn geboortehuis stond aan een oude kade langs de Loire. Zijn vader was notaris en volgens goed burgerlijk gebruik moest Jules, als oudst zoon, zijn vader later opvolgen.Een eigen keuze werd hem niet gelaten. Hij moest rechten gaan studeren.

Jules Verne groeide op in een tijd van stormachtige technische ontwikkeling; een tijd waarin de spoorweg en passagierscheepvaart tot grote bloei kwamen.Er gaat een verhaal dat Jules Verne als avontuurlijk en verliefd jongetje van huis wegliep en zich op de Coralie inscheepte om in Indië een koralen halssnoer voor zijn nichtje Caroline te kopen. Zijn vader die hier, louter bij toeval,van hoorde wist hem op het laatste ogenblik van boord te halen. Jules beloofde bij die gelegenheid in het vervolg alleen nog maar in zijn fantasie te zullen reizen.
Na het behalen van zijn gymnasium diploma gaat Verne naar Parijs om rechten te studeren. Naast zijn studie schrijft hij blijspelen en smaakt in 1850 het genoegen dat zijn eerste stuk les pailles rompues wordt opgevoerd. Bovendien schrijft hij verhalen voor het tijdschrift Musée des familles. In deze tijd raakt Jules bevriend met vader en zoon Dumas en aan hen dankt hij zijn introductie in de uitgaande schrijverswereld van Parijs.

   

In 1852 schrijft Jules zijn ouders dat hij geslaagd is voor zijn examen, maar dat hij niet op het kantoor van zijn vader zal komen werken. Hij blijft in Parijs en zal eens een belangrijk schrijver worden. Om dit doel te verwezenlijken moet hij werk vinden, want zijn vader trekt prompt zijn toch al minimale toelage in. Hij is ondermeer repetitor voor jonge studenten en secretaris van een klein theater. Vier jaar later, in 1856, ontmoet hij zijn toekomstige vrouw Honorine de Viane.Zij is een jonge weduwe met twee dochtertjes. Jules die een redelijk inkomen nodig heeft om te kunnen trouwen wordt op aanraden van zijn zwager en met behulp van Honorine wisselagent. Zonder veel vertoon vindt het huwelijk in 1857 plaats; het jonge stel blijft, zonder kinderen, in Parijs wonen. Jules maakt in deze tijd, zonder Honorine, samen met en op kosten van zijn vriend Hignard reizen naar Schotland (1859) en Scandinavië.
Tijdens de vakantie in Noorwegen wordt zijn eerste en enige zoon Michel geboren. Later zal Jules samen met zijn broer Paul aan boord van de "Great Eastern"een reis naar Amerika maken.
Het is inmiddels al 1862, Jules Verne is al 34 jaar, en is er nog steeds niet in geslaagd om als schrijver erkenning te krijgen. Op een dag gaat hij op aanraden van Dumas met een manuscript naar de uitgever en schrijver Jules Hetzel. Deze leest het verhaal aandachtig en herkent de hand van een meester verteller. Hij wil het boek echter alleen publiceren als het omgewerkt wordt naar zijn aanwijzingen. Verne is blij dat hij eindelijk een kans krijgt en herschrijft zijn verhaal in recordtijd. Het concept van Hetzel, populair-wetenschappelijke jongensboeken waarin volwassen mannen de hoofdrol spelen, blijkt een schot in de roos. Vijf weken in een luchtballon is het eerste grote succes.

Hetzel, heel slim, bindt Verne aan zich met een contract. Twee boeken per jaar volgens genoemd principe; een vast inkomen en een gedeelte van de winst. Eindelijk kan Jules Verne van zijn pen gaan leven. Voor de uitgifte van de verhalen wordt een vast procédé gevolgd. Eerst als feuilleton in het tijdschrift Magasin illustré d'éducation et de création, vervolgens als klein, niet geillustreerd boek, daarna pas in groot formaat en overvloedig geïllustreerd. Zijn leven lang zal Hetzel Jules Verne blijven begeleiden adviseren en corrigeren. Hetzel is zuinig op zijn lezerskring. In de verhalen mogen geen politiek-gevoelige zinsneden voorkomen.

Michell Strogroff

Het boek Michael Strogroff bijvoor-beeld wordt eerst met de Russische ambassadeur besproken.Jules is een zorgvuldig en nauwgezet schrijver. Om zijn boeken wetenschappelijk te onderbouwen leest hij veel vaktijd-schriften. Ook spreekt hij met ontdekkingsreizigers en geleerden van naam. Door laatstgenoemden laat hij soms voor zijn boeken belangrijke berekeningen uitvoeren. Al wat zijn aandacht trekt en wat hij denkt te kunnen gebruiken in een toekomstig verhaal, legt hij vast op ontelbaar veel kaartjes.Zijn boeken worden bekroond. Helaas echter krijgt hij, ondanks het lobbyen van goede en invloedrijke vrienden, niet de door hem zo felbegeerde plaats in de Academie Française.Het jaar 1886 roept nog steeds onopgeloste vragen op. Op 15 februari verkoopt hij, zonder enige aanleiding, zijn jacht de Michel III voor een bodemprijs aan een handelaar die het later met grove winst aan de prins van Monaco zal doorverkopen. Op 24 februari 1905 overlijdt Jules Verne te Amiens.
Hij heeft dan meer dan zestig wonderreizen op zijn naam staan.

KLEDERDRACHTEN IN HET OUDE EGYPTE
(februari 2016)        Herwig Pauwels

De gewone Egyptenaren werkten op het land en verbouwden er vlas. Het werd gesponnen door de vrouwen en daarna werden er kleren van gemaakt. De rijke Egyptenaren droegen ook linnen maar dan wel koningslinnen. Voor 2,5 cm had men 200 draden nodig. De kleren hadden ook veel plooien. De plooien werden gemaakt door het linnen nat te maken en dan in gleuven te drukken van een houten bord Na droging had je linnen met plooien. De stof was wit maar men gebruikte allerhande planten, knollen, bieten enz. om het linnen te verven. Het meest tot de verbeelding spreken de Koninklijke gewaden. Hier wordt een achttal voorbeelden gegeven.


Beroemde Personen
(februari 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

Op onze Nederlandse postzegels zijn in de vorige eeuw veel beroemde Nederlandse personen afgebeeld. Een van de oudste personen die een grote invloed heeft gehad op het ontstaan van Nederland is nimmer afgebeeld op een postzegel, maar er is wel een postzegel gewijd aan de Nederlandse grondwet, waarvan hij voor een groot gedeelte de grondlegger was.

Wij hebben het over Johan Rudolph Thorbecke. Hij is geboren op 14 januari 1798 te Zwolle in een half-Duits gezin, de familie was uit armoede uit Duitsland naar Nederland gekomen, waar zijn vader werk zocht in de omgeving van Zwolle. Zijn vader heeft hem altijd gesteund in het verder leren na de lagere school. Hierna ging Thorbecke naar het Athenaeum Illustre te Amsterdam en hij studeerde op 23 juni 1820 af in de letteren.
Hierna verbleef hij enige jaren in Duitsland en kwam in 1825 terug naar Nederland, waar hij tot buitengewoon hoogleraar werd benoemd aan de universiteit in Gent, toen nog Nederlands grondgebied. Daar verzorgde hij ook een college Staatshuishoudkunde.
Als gevolg van de Belgische opstand in 1830 moest hij Gent verlaten en ruilde dit in voor de Universiteit te Leiden, waar hij onder andere een college zou geven over de grondwet. Uit dit college kwam de “Aanteekening op de Grondwet” uit 1839 voort, zijn eerste openbare publicatie.
In 1844 werd hij lid van de Tweede Kamer en op 2 december in datzelfde jaar nam hij met acht anderen het initiatief om de grondwet aan te passen, echter zonder succes op dat moment. In 1845 verruilt hij het lidmaatschap voor een zetel in de gemeenteraad te Leiden, deze functie wordt door hem bekleed tot 1850.

In 1848 wordt door Koning Willem II een commissie ingesteld “tot herziening van de Grondwet” en hij benoemt Thorbecke tot voorzitter van deze commissie. De reden, dat koning Willem II opdracht gaf tot het herzien van de Grondwet was gelegen in het feit, dat er in het buitenland politieke onrust was en Willem II vond, dat de grondwet hier niet geheel op aan sloot.
Op 3 november 1848 werd de nieuwe Grondwet geproclameerd en kreeg haar rechtsgeldigheid. Hiermee werd onder andere geregeld rechtstreekse verkiezingen, het ontbinden van de Tweede Kamer indien nodig en de ministeriële verantwoordelijkheden en parlementaire rechten werden uitgebreid. De rechtstreekse verkiezingen waren alleen voor mannen, het vrouwenkiesrecht kwam pas vele decennia later. Gezien zijn grote kennis heeft hij zitting gehad in drie kabinetten Thorbecke in de periode van 1849 tot aan zijn dood op 4 juni 1872 in Den Haag. Tijdens deze periode, zijn er nog vele wetten aangepast en toegevoegd, maar de basis grondwet, zoals wij die kennen dateert dus uit 1848.

Een andere beroemd staatsman was Johan de Witt, geboren in 1623 of 1625, daar wordt nog aan getwijfeld. Hij was de zoon van de Dordtse regent en houthandelaar Jacob de Witt. Zijn vader had een behoorlijk aanzien in die tijd. Hij volgde zijn opleiding aan de Latijnse School te Dordrecht. In 1655 trouwt hij met Wendela Bicker, zijn schoonvader stamt uit het rijke regentengeslacht en was scheepsbouwer te Amsterdam. Zijn schoonvader zou later burgemeester van Amsterdam worden. Johan de Witt werd op 21 december 1650 benoemd tot pensionaris van de stad Dordrecht, in die tijd een zeer belangrijke positie, in die functie was hij ook fiscaal adviseur en afgevaardigde van de stad bij de Staten van Holland. Op 30 juli 1653 wordt hij raadspensionaris. Zijn functie kan dan ook worden vergeleken met de huidige functie van minister president, minister van financiën en minister van binnen- en buitenlandse zaken bij elkaar.
Hij was een ijverig politicus, in 1668 bleek hij meer dan 22.000 vellen met resoluties te hebben geschreven en was een zuinig staatsman, hij bezuinigde op vele fronten, maar niet op de uitbreiding van de vloot, die indertijd een van de grootste was. Nederland was ook met een regelmaat verwikkeld in zeeoorlogen en hij was dan ook betrokken bij het sluiten van de Vrede van Westminster in 1654.
In de loop der jaren werden nog verscheidene tochten gehouden met oorlogsschepen, de Engelsen trachten in die tijd de macht over te nemen, hetgeen werd voorkomen. Een van de beroemdste tochten uit die tijd was de Tocht naar Chatham in 1667.Ook was Johan de Witt degene die de heroprichting heeft bewerkstelligd van het Korps Mariniers in 1665.
In 1672 begon de Hollandse Oorlog waarbij grote verliezen werden geleden. Op 21 juni wordt een moordaanslag gepleegd op de gebroeders de Witt. Johan was in gezelschap van een knecht onderweg van het Binnenhof naar zijn woning op de Kneuterdijk in Den Haag, toen zij werden aangevallen door 4 personen. Bijna gelijktijdig werd ook een moordaanslag gepleegd op zijn broer in Dordrecht, maar beiden overleefden deze aanslagen.


PREHISTORISCHE DIEREN
(februari 2016)        Herwig Pauwels

Ongeveer 100 miljoen jaar geleden verschenen de eerste prehistorische dieren. Ze leefden in de toenmalige zeeën. Het waren protozoën, een naam afgeleid van Griekse woorden die de eerste dieren betekenen. Zij bestaan slechts uit één miniem levende cel en komen nu nog voor.

De meest bekende zijn de dinosauriërs ofwel prehistorische reptielen. Zij beheerden de wereld ongeveer 200 miljoen jaar geleden totdat zij omstreeks 65 miljoen jaar geleden uitstierven. Dit werd veroorzaakt door een ijstijd.

De brontosaurus betekent eigenlijk donder-hagedis, omdat de grond beefde toen hij voorbij kwam. Hij kon 30 meter lang worden en 25 ton zwaar wegen. Het was een planteneter en leefde hoofdzakelijk in het water om zijn gewicht te kunnen dragen. Door hun grootte hadden zij weinig vijanden en met hun staart konden ze venijnig zwiepen. De officiële naam van brontosaurus is echter apatosaurus maar hij is beter bekend onder zijn niet officiële naam.

De brachiosaurus lijkt erg op de brontosaurus maar het grote verschil is dat het een landdier was

   

De stegosaurus is ook zeer bekend wegens zijn opvallend uiterlijk. Hij had lange rechte achterpoten en korte sterke voorpoten. Door de rechte poten was hij niet in staat om te rennen. Aan het uiteinde van de staart stonden twee paar lange stekels waarmee hij zich kon verdedigen tegen roofdieren. Hij hield zijn staart hoog in de lucht alhoewel hij in het verleden niet zo werd afgebeeld. Op zijn rug stonden grote beenplaten. De functie van die platen is onbekend.

De corythosaurus is verwant aan de eendesnaveldinosauriërs. Korythos is Grieks en betekent helm. Hij had geen klauwen en op zijn kop had hij een 30 cm hoge halfcirkelvormige kam. Deze kam was hol en kon een geweldig geluid produceren zodat één dier de hele groep kon waarschuwen.

De tyrannosaurus was een reusachtige vleeseter die tot 14 meter lang en acht ton zwaar kon worden. Hij liep op sterke poten waarbij de romp in evenwicht werd gehouden door een korte zware staart. De prooi werd aangevallen door de grote zwaargebouwde kop. Met zijn lange tanden en sterke spieren konden de kaken een enorme bijtkracht uitoefenen.

De iguanodon is een dier waarvan men eerst dacht dat het op twee poten liep. Later werd duidelijk dat hij rende op twee poten maar bij langzaam lopen vier poten gebruikte. De achterpoten waren zwaar gebouwd. Van de handen konden de drie middelste vingers het gewicht ondersteunen en op zijn duim had het een stekel om zich tegen roofdieren te verdedigen.

De meagalocnus is ook het vermelden waard omdat deze soort zou geleefd hebben tot de 15e of 16de eeuw en dat in de Cubaanse hooglanden.

De monclonius heeft een lange hoorn op de neus en ook tanden met één wortel. Dit in tegenstelling tot de diclonius die tanden heeft met twee wortels.

De triceratops is een plantenetende dinosauriër die vooral opvalt door zijn twee hoorns boven de ogen met nog een hoorn op de neus. De smalle snuit had een scherpe hoornsnavel waarmee struiken uit de grond konden worden gerukt. Met zijn scherpe tanden werden de struiken verknipt om opgeslokt te worden.

De ankylosaurus is ook een plantenetende dinosauriër. Hij was zes meter lang. Hij had een erg platte en ronde romp met zeer brede heupen en korte poten. De nek was kort en droeg een korte brede kop voorzien van opvallend gekromde kaken met kleine tandjes en een grote kromme snavel. Voorloper van de schildpad?

De nesophontes is ook bijzonder omdat hij ook zou overleefd hebben tot in de 16e eeuw. Verder is het een insecteneter.

De geocapromys leefde alleen op de Caribische eilanden. Zij hadden geen nesten maar leefden in beschermde ruimtes. Opvallend is ook hun lengte met een maximum van 37 cm.

De pteranodon is een geslacht van vliegende reptielen. Het leefde ongeveer 85 miljoen jaar geleden en was dus een tijdgenoot van de dinosauriërs. Het dier had een vleugelspanwijdte van 7 meter. De pteranodon kon klappend vliegen maar ook met zijn langwerpige vleugels zonder inspanning honderden kilometers ver op de zee zweven. Daar viste hij met zijn lange spitse kaken op allerlei zeedieren.

De dimorphodon had korte vleugels met een spanwijdte van anderhalve meter en lange poten. Zijn kop was groot en bol en droeg twee soorten tanden. Het is nog onbekend of zijn prooi vissen of landdieren waren.

Als laatste wil ik afsluiten met de mammoet. Er bestaan verschillende soorten maar de meest bekende is de wolharige mammoet. Hij leefde ongeveer 600.000 jaar geleden in het Pleiosteen en is de voorouder van de huidige olifant. Ik heb het gevoel dat ik met deze selectie slechts een kleine greep doe in de veelheid van prehistorische dieren.

500 Jaar Jheronimus Bosch
(Januari 2016)

Technische specificaties
Zegelformaat : 25 x 36 mm
Tanding : 14 1/2 14 1/2
Papier : normaal met fosforopdruk
Gomming : synthetisch
Druktechniek : offset
Oplage : 180.000 velletjes
Drukkerij : Cartor Security Printing
Drukkleuren postzegel : geel, magenta, cyaan en zwart

In de voorbereidingen op de viering van de vijfhonderdste sterfdag in 2016 van de beroemdste Bosschenaar is weinig aan het toeval overgelaten. Al in 2009 schreef de organiserende Stichting Jheronimus Bosch 500 een competitie uit onder ontwerp-bureaus. Studio Kluif won de prestigieuze pitch. Het bureau heeft sindsdien een breed scala aan ontwerpen gemaakt voor de herdenking, variërend van logo en huisstijl tot posters, bewegwijzering, websites, apps en jaarverslagen.
Gezien hun grote betrokkenheid bij de viering van 500 jaar Jheronimus Bosch lag het voor de hand dat Studio Kluif door PostNL werd benaderd voor het ontwerp van het postzegelvel dat op 4 januari 2016 uitkomt. “Vanzelfsprekend zeiden we direct ja”, aldus Jeroen Hoedjes, medeoprichter van het bureau. “Het is natuurlijk een hele eer om een postzegel te mogen ontwerpen.”
Dit postzegelvelletje met 10 postzegels is uitgegeven in het kader van de viering van de vijfhonderdste sterfdag van Jheronimus Bosch. Op elke postzegel staat een tafereel uit het schilderij De Hooiwagen van Jheronimus Bosch uit de collectie van het Museo Nacional del Prado in Madrid.
Het postzegelvel 500 jaar Jheronimus Bosch laat een uitsnede zien van het middenpaneel van het drieluik De Hooiwagen. De uitsnede is zodanig over de tien postzegels weergegeven dat elke postzegel een tafereel afbeeldt dat weer onderdeel vormt van het grotere verhaal dat Jheronimus Bosch heeft geschilderd. Op de tab bij iedere postzegel staat een tekst als korte toelichting op wat we zien. Onder aan elke postzegel op de bovenste rij en boven aan elke postzegel op de onderste rij is een witte halve cirkel uitgespaard met daarin de aanleiding voor de uitgifte: 500 jaar Jheronimus Bosch, plus het jaartal 2016 en de sorteerhaak. Op de linkervelrand staat een tekst over het belang van de schilder, met het logo van de viering van zijn vijfhonderdste sterfdag. Op de rechtervelrand zijn onder meer het logo van PostNL en de barcode opgenomen. De teksten over Jheronimus Bosch en De Hooiwagen zijn geschreven door Jos Koldeweij, hoogleraar Kunstgeschiedenis van de middeleeuwen aan de Radboud Universiteit Nijmegen en een groot kenner van het werk van Bosch.

Over de ontwerpers
Studio Kluif werd in 1999 opgericht door Paul Roeters en Jeroen Hoedjes. De twee kennen elkaar van de toenmalige Koninklijke Academie voor Kunst & Vormgeving (tegenwoordig AKV | St. Joost) uit ’s-Hertogenbosch waar zij als grafisch ontwerpers in 1994 afstudeerden. Gezamenlijk traden zij in dienst van het wereldwijd actieve kinderkledingmerk Oilily uit Alkmaar. Enkele jaren later gingen zij met Studio Kluif hun eigen weg, een no-nonsens ontwerpbureau met een internationale reputatie, een volle prijzenkast en twaalf medewerkers. De studio richt zich als ‘specialisten in alles’ op de volle breedte van het ontwerpvak –– met packaging design, creatieve strategie en identity design als fundament. Tot de klantenkring behoren uiteenlopende opdrachtgevers als Alex Vermogensbeheer, ASML, Bruna, Fatboy, HEMA, Intratuin, Kwantum, Pets Place, MTV, Xenos, Zeeman en de Zuid-Koreaanse overheid.


Kanaaleilanden in de Tweede Wereldoorlog (Deel 2)
(Januari 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

De periode van gebruik van gehalveerde postzegels van 2 Penny vanaf 27 december 1940 eindigde op 18 februari 1941. Omdat alle contacten met Groot-Brittannië waren verbroken op last van de Duitse bezetter, werd gezocht naar een oplossing om het tekort aan postzegels op te vangen. Daartoe werd gekozen voor een noodoplossing.

De postzegel werd ontworpen door Edward William Vaudin, eigenaar van drukkerij ‘Guernsey Press’. Hij was de uitgever van ‘The Guernsey Evening Press’.

Deze drukkerij zou ook het noodgeld drukken dat hij eveneens had ontworpen, zoals bovenstaande biljetten van 6 Pence en een Pond. Als papier voor de postzegels gebruikte Vaudin de voorraad die bestemd was voor het drukken van bijvoorbeeld aandelen en waardepapieren. De postzegel van ½ Penny werd uitgegeven op 7 april 1941.
Doordat de voorraad papier uitgeput raakte werd papier gebruikt dat afkomstig was uit Frankrijk en eigenlijk alleen bestemd was voor het drukken van bankbiljetten en waardepapieren.

Het papier was blauw gekleurd en had een watermerk in een grof gaaspatroon met de letters ARMA. Slechts fragmenten van het watermerk zijn in het papier van een losse postzegel te herkennen

Mengfrankeringen met Britse postzegels was mogelijk. Bovenstaande brief was gefrankeerd met de 1 Penny noodzegel en een postzegel van 1½ penny met afbeelding Koning George VI. Van de zegel met de waarde van 2½ Penny was ook weinig voorraad maar het gebruik ervan was minder dan die van 1 Penny.

Ook frankeringen van 2 zegels van 1 Penny en een van ½ Penny kan men tegenkomen om 2½ Pence te verkrijgen.

De zegel van 2½ Pence verscheen pas op 12 april 1944.

Met bovenstaand poststuk is iets bijzonders aan de hand. De datum van gebruik is de eerste dag van uitgifte, 12 april 1944, maar de postzegel met afbeelding van Hitler is pas na de oorlog toegevoegd, gezien de stempelafdruk ‘Kanalinßeln 1940-1945’. Maakwerk van de bovenste plank!

Ook voor het eiland Jersey werden noodpostzegels vervaardigd. Daarover kunt u lezen in deel drie.

Kanaaleilanden in de Tweede Wereldoorlog (Deel 3)
(Januari 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl

ten behoeve van de aanvulling van postzegels op het eiland Jersey werden twee postzegels uitgegeven naar vrijwel hetzelfde ontwerp als de drie zegels van Guernsey, maar vervaardigd door Majoor Norman Victor Lacey Rybot. Nadat hij als militair was gepensioneerd vestigde hij zich op het eiland Jersey waar hij was geboren. Hij had een grote interesse in de geschiedenis van het eiland en de heraldiek.

Omdat ook op dit eiland, net als op Guernsey, de voorraad van de postzegel van 1 Penny het eerst was uitgeput, werd de nieuwe noodzegel op 1 april 1941 uitgegeven. De postzegel werd in de drukkerij van de ‘Evening Post, Jersey’ aangemaakt.

Veel keus aan papiersoorten had men niet en er bestaan naast postzegels op wit papier, ook zegels op kalkachtig papier en grauw papier.

Door verzamelaars op het eiland werden eerstedagenveloppen vervaardigd zoals bovenstaand voorbeeld gestempeld in het postkantoor Bereford Street in het stadje St. Helier, een drukke winkelstraat met een overdekte markt en een vismarkt. De geadresseerde woonde op nummer 99 in de Rouge Bouillon, een paar straten verderop.

Men moet oppassen voor ongetande exemplaren, omdat dit meestal herdrukken zijn, te herkennen aan de afwijkende papiersoort.

Op 29 januari 1942 verscheen de zegel in de waarde van ½ Penny.

Ook hiervan bestaan herdrukken die ongetand zijn. Gedeeltelijk ongetande exemplaren zijn eveneens bekend.

Met de postzegel van ½D werden ook eerstedagenveloppen vervaardigd. Bovenstaand voorbeeld in combinatie met de zegel van 1D en twee postzegels van ½D met afbeelding van King George VI. De geadresseerde was een postzegelverzamelaar, want een behoorlijk aantal poststukken is bekend met zijn naam en adres.

In 1943 werd een begin gemaakt met de uitgifte van een serie postzegels met afbeeldingen van landschappen. Het waren postzegels van ½ Penny (½D) en 1 Penny (1D), die als vervanging gingen dienen voor de zegels van het wapentype. De uitgiftedatum was 1 juni 1943. Op de zegel van ½D is een oude boerderij afgebeeld en op de 1D de Portelet Bay. De letter D voor Penny is afkomstig van het Romeinse woord Denarius, de munt die in de achtste eeuw werd ingevoerd als ‘denier’.

Op 8 juni volgden twee nieuwe waarden: 1½D en 2D. Op de zegel van 1½D is de vuurtoren van Corbière afgebeeld en op 2D het Elizabeth Castle.

Als laatste verschenen de waarden van 2½D en 3D. Op de zegel van 2½D is Mont Orgueil Castle afgebeeld en op de 3D wordt zeewier (Vraic) geoogst. Zeewier dat tot in de 18de eeuw werd onder meer gebruikt als brandstof.

De zes postzegels waren ontworpen door Edmund Blampied, kunstschilder en etser die op het eiland woonde. In de postzegel van 3D verwerkte hij stilistisch de letters GR (George Rex) in het ornament onder de waardeaanduiding 3 als ‘verzet’ tegen de bezetting door de Duitse troepen. De zegels werden gegraveerd door H. Cortot en gedrukt bij de Franse Gouvernements Drukkerij in Parijs.